Welkom in bij de module druktechnieken! Druktechnieken zijn een eeuwenoude, maar nog steeds actuele manier om ontwerpen te maken en te vermenigvuldigen. Tijdens dit blok leer je hoe je met je eigen handen prachtige afdrukken kunt maken, van lino tot andere creatieve methodes.

Druktechnieken

Opdracht 2

Wat zijn druktechnieken?

Druktechnieken zijn manieren om een tekening of ontwerp meerdere keren af te drukken. Dit doe je door verf of inkt van een plaat, stempel of ander materiaal over te brengen op papier, stof of iets anders. Voorbeelden zijn lino snijden, stempels maken of werken met een sjabloon.

Bekende druktechnieken zijn:

Lino

Bij lino snijden werk je met een linoleumplaat, een soort zacht rubberachtig materiaal. Je begint met een tekening van je ontwerp. Vervolgens snijd je de delen die wit moeten blijven weg met een speciaal mesje. Wat overblijft, smeer je in met inkt. Daarna druk je de plaat op papier, en het ontwerp verschijnt als een afdruk. Het fijne van lino snijden is dat het makkelijk te leren is en dat je meerdere afdrukken kunt maken van één plaat.

Houtsnede

Houtsnede lijkt op lino snijden, maar in plaats van linoleum gebruik je hout. Met speciale gutsen snijd je je ontwerp uit een houten plank. De stukken die je wegsnijdt blijven wit, en de rest druk je met inkt af op papier. Omdat hout harder is dan linoleum, kun je mooie structuren en details maken. Het geeft je werk een stoere en klassieke uitstraling. Deze techniek wordt al eeuwenlang gebruikt in de kunst.

Zeefdruk

Bij zeefdruk gebruik je een zeef met een fijn gaas en een sjabloon. Het sjabloon bedekt bepaalde delen van de zeef, zodat de inkt er niet doorheen komt. Met een rakel (een soort platte schuiver) druk je de inkt door de open delen van het gaas op papier, stof of iets anders. Zo ontstaat je ontwerp. Zeefdruk is handig omdat je hetzelfde ontwerp op verschillende materialen kunt afdrukken, zoals T-shirts, posters en tasjes.

Een bekende kunstenaar die veel zeefdrukken maakte, was Andy Warhol.

Etsen

Etsen is een oude en bijzondere druktechniek. Je begint met een metalen plaat, bijvoorbeeld koper of zink, die je insmeert met een dun laagje was. Met een scherp gereedschap kras je je tekening in de waslaag. De krassen gaan door de was heen en onthullen het metaal eronder. Daarna leg je de plaat in een zuur badje. Het zuur bijt alleen in het metaal waar je hebt gekrast, waardoor er groeven ontstaan in de plaat. Vervolgens smeer je de hele plaat in met inkt, en de inkt blijft in die groeven zitten. Als laatste druk je de plaat op papier met een pers. Dit geeft een afdruk met fijne lijnen en veel details.

Etsen kost wat meer tijd, maar het resultaat is vaak heel bijzonder. Het is een techniek waarmee je kunst een klassieke en elegante uitstraling krijgt.

Een bekende kunstenaar die veel etsen maakte, was Rembrandt van Rijn.

Monoprint

Bij een monoprint maak je een eenmalige afdruk. Je schildert of tekent met verf of inkt op een glad oppervlak, zoals een glasplaat of een gelliplate. Daarna leg je een vel papier op de verf en drukt het aan. Als je het papier eraf haalt, zie je je ontwerp als afdruk. Omdat je de verf niet precies hetzelfde kunt aanbrengen, is elke monoprint uniek. Dit maakt de techniek heel leuk en geschikt voor experimenten.

Opdracht

  1. Lino maken

Bij deze opdracht ga een eigen linosnede maken.

De spullen die je hiervoor nodig hebt zijn:

  • Een stuk lino

  • Een potlood

  • Een mesje om mee te gutsen

  • Lino-inkt

  • Een verfroller

  • Een stuk perspex-plaat op de inkt op uit te roller

Stap 1: Kies een insect

Denk na over welk insect je interessant of mooi vindt, bijvoorbeeld:

  • Vlinder, bij, kever, mug of sprinkhaan.

  1. Kijk goed naar voorbeelden die de docent heeft meegenomen.

  2. Kies een insect dat niet te ingewikkeld is om te tekenen.

Stap 2: Schetsen!

Begin met een schets van je insect:

  • Teken het lichaam, de vleugels en de poten.

  • Houd het simpel, je hoeft geen hele kleine details te tekenen.

    Bedenk een achtergrond:

    • Teken iets achter of om je insect heen, zoals strepen, stippen, bladeren of een patroon.

    • De achtergrond maakt je afdruk mooier.

Tips voor de schets:

  • Gebruik een potlood, zodat je dingen kunt gummen.

  • Probeer een duidelijk verschil te maken tussen je insect en de achtergrond.

Vraag je docent om hulp als je niet tevreden bent over je tekening.

Stap 3: Verplaats jouw tekening naar een stuk lino.

Als je ontwerp af is, kun je je tekening overtrekken op een stuk lino. Dit kan met carbonpapier. Als de schets is overgetrokken op lino, kun je de lijnen overtrekken met stift, zodat jouw ontwerp goed te zien is.

Stap 4: Gutsen

Met een speciaal mesje ga je je ontwerp uitsnijden uit het stuk lino. Wat je niet wegsnijd, zal uiteindelijk bedekt worden met inkt en te zien zijn in de afdruk. Wat je wel wegsnijd, zal je niet zien in de afdruk, dat blijft wit.